
“Wat ben je daar aan het doen, vrouwtje?”
“Ik zet een spuitje, Beer”
“Wát ben je aan het doen?!”
“Een spuitje zetten, Beer. Da’s om de MS rustig te houden.”
“Oh? Is dat niet heel erg griezelig, vrouwtje? Dat je zo’n spuitje moet zetten?”
“Ja, dat vond ik in het begin best wel eng, Beer. Maar ik spuit al zo lang. Ik vind het niet eng meer. ”
“En doet dat niet heel veel pijn, zo’n spuit in je buik?”
“Nee hoor Beer, dat valt heel erg mee. Het is maar een heel dun naaldje. Kom maar kijken.”
“Ja, daaag! Ga ff lekker zelf kijken!”
“Doe niet zo bangig, Beer. Je bent gewoon een chicken. Tóóók, tok tok tok!”
“Bweuch! Echnie! Ik laat me niet kennen! Kom maar hier met die spuit!”
“Nee, Beer, je moet ‘m niet in je eigen buik prikken! Stop!!”
– KLAK! –
“Te laat! Hij zit er al in!”
“Oh, Beer… Dat heb jij toch helemaal niet nodig. Jij hebt toch geen MS?”
“Nee, maar ik kan er nu wel even mooi over meeberen.”
Nou, ik vond het best eng, zo’n spuitje zetten. Het spuitje zelf is niet zo eng, maar dat ding waarmee je ‘m in je vacht drukt, vind ik wel eng. Weet je waar het op lijkt? Het lijkt wel een raket! Een spoetnik! Die spoetnik is uitgevonden voor chicken-vrouwtjes die het spuitje niet zo maar in hun vel durven te prikken. Dus doet de spuitjesmaker er een heel groot plastic ding omheen zodat je – zonder hem echt te zien – toch een spuitje zet.
Het vrouwtje doet dit elke dag. Meestal om een uur of zes. De eerste keer dat ze het spuitje moest zetten was ze best wel bang, vertelde ze mij. Toen kwam er een aardige mevrouw langs die helemaal voordeed wat ze moest doen. En die mevrouw bleef er ook bij toen ze haar eerste spuitje zette. Trouwens, de baas was er ook bij. Allemaal om het vrouwtje een beetje gerust te stellen. Nu spuit ze al jaren elke dag.
Ze heeft ook wel eens een ander spulletje gespoten. Dat hoefde ze niet elke dag, maar drie keer in de week te doen. Maar daar kreeg ze heel veel hoofdpijn van. Dan lag ze de hele avond op bed te rilkikkeren. Dus die heeft ze maar weer teruggegeven. En nu doet ze gewoon weer elke dag spuiten.
Ik persoonlijk, als knuffelbeer, vind iedereen reuze-dapper die elke dag medicijnen in z’n buikje moet prikken. Of een paar keer per week. Ik heb zelfs gehoord over mensen die eenmaal per maand naar het ziekenhuis gaan en dan krijgen ze daar een heel infuus met medicijnen. Dat is ook heel erg reuzedapper! Vaak zijn ze dan de rest van de dag en de dag erna helemaal niet lekker.
Ik hoop maar dat ze dan een leuke knuffelbeer hebben die ze mee kunnen nemen. En lekker kunnen knuffelen wanneer ze zich niet lekker voelen. Het vrouwtje voelt zich eigenlijk nooit ziek van het spuiten. Maar stel dat ze het toch wordt – kuch – dan heeft ze een geweldige Beer die haar kan troosten.
Nou, doei!
Beer
Fotografie: Martin de Bouter
Laatste nieuws
Onze grote zus MSweb
Uitgeknipt
Hier lees je verhalen die over MS gaan: onderzoeken die zijn gedaan of artikelen die…
Onzichtbare klachten
Hier leggen we uit wat onzichtbare klachten zijn en hoe het is om hier last…
Dit bericht heeft 0 reacties