fe1Beer_03“Zeg baas.”
“Ja, Beer?”
“Wat is dat eigenlijk voor een ding?”
“Wat voor ding, Beer?”
“Nou, dat ding op vier poten met die rare staart en zo. Oh hemel! Er komt er nog één aan!”
“Dat zijn katten, Beer.”
“Oh…”

Stilte…

“Enneh, wat moeten die hier baas?”
“Nou, de boel slopen, Beer.”
“Huh? Mag dat van jou baas?”
“Nou, zolang ze maar van mijn luidsprekers afblijven!”

Sinds een paar maanden sjouwen er hier in huis twee katten rond. Eentje is zwart en heet Woezel. En de andere is een lapjeskat en die heet Pip. Nu denk je misschien: ‘Woezel en Pip: dat zijn toch hondjes?’ Nou ja, normaal wel. Maar hier in huis zijn het de katten.

De katten zijn hier om het vrouwtje gezelschap te houden. Sinds zij MS heeft, kan ze niet meer werken en moet ze de hele dag thuisblijven. Nou ja, bijna de hele dag dan. En met die katten in huis – en mij natuurlijk – wordt ze niet zo eenzaam.

Nou ben ik wel wat gewend als knuffelbeer. Gepluk en getrek aan je oren of staart en zo. Maar deze katten… wàt een loedertjes! Soms mogen ze op de slaapkamer. Op zaterdagochtend, of zo. Wanneer het vrouwtje in bed de krant leest. En dan breken ze echt de kamer af!

Ze gaan dan achter elkaar aan rennen. Ze scheuren echt overal overheen. En ze gooien ook alles om. Ik word daar zoooo moe van. Het baasje begint steevast te brommen dat ze de kamer uit moeten. Maar het vrouwtje moet er erg om lachen. Het is ook wel een potsierlijk gezicht wanneer zo’n kat met stapel kleren en al van de strijkplank afdondert.

Ik lach ze altijd enorm uit. Maar ze horen mij nooit. Dat is heel vervelend. Ze negeren mij gewoon! Soms springt er één op bed, waar ik dan ook zit, maar ze groeten me nooit. En dat vind ik zo stom! “Boeh!” roep ik soms keihard in zo’n kattenoor. Of: “Hallokidokieieieie!!!”. En dan keihard, hè? Nou, ze zeggen helemaal niks terug. Ze schrikken niet eens! Stomme beesten.

En dan voor het avondeten zijn ze helemaal niet te houden. Vooral Pippie wordt dan heel vervelend. Die gaat dan op tafel springen en op het aanrecht. En er helpt echt helemaal niets tegen. Zodra je haar oppakt, begint ze heel hard te spinnen. Sterker nog: je kunt haar wel omgekeerd aan de waslijn hangen en dan spint ze nog! Ongelofelijk raar beest! Het vrouwtje noemt dat ‘Pip’s klierkwartier’. Nou vráág ik je!

Ik persoonlijk, als knuffelbeer zijnde, vind dit helemaal niks. Ik gedraag me altijd heel netjes . OK, ik mopper wel eens wat, maar hé, dat maakt geen troep toch? Maar ik heb helemaal geen klierkwartier nodig! Ik ben zo leuk genoeg. Ik vind dat wij als knuffelberen maar eens moeten gaan protesteren. Tegen huisdieren en dan speciaal katten. Ik heb zaagsel in mijn kop, maar die katten hebben de herseninhoud van een cashewnoot! En ik ben net zo aaibaar!

Nou, doei!
Beer

Fotografie: Martin de Bouter

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *