Beer_12_200x300pxMôge Beer.
Môge vrouwtje.
Strompel, strompel… Pats! “Au!”
Strompel, strompel… Knal! “Au!!”
Wat ben je toch aan het doen, vrouwtje?!
Aan het opstaan, Beer, dat zie je toch?
Maar waarom roep je dan steeds au?
Opstaan doet toch geen pijn?
Nee, het opstaan zelf niet. Maar ik heb van die flapvoeten.
Die blijven ’s morgens steeds achter stoelpoten hangen.
Of achter de deurpost. En dat doet pijn.
Flapvoeten? Oh, je bedoelt zwabberpoten!
Van die achterpoten die alle kanten uit wapperen, net als ik!
Ja, Beer, net als jij. Alleen heb ik echte benen en geen knuffelberenpoten. Vroeger had ik er geen last van, maar sinds ik MS heb… zucht!
Knal! Au!

Ach, arm vrouwtje. Ze is nog lang geen oud vrouwtje, maar als je haar ’s morgens uit bed ziet komen dan lijkt het net of ze de 90 jaar al lang gepasseerd is. Ten eerste zijn al haar spieren na een nachtje slapen helemaal stijf. Dus als ze een plasje wil plegen dan loopt ze helemaal krom. En verder heeft ze niet meer de volledige controle over haar achterpoten. Dan denkt ze dat ze die recht vooruit neerzet, maar dat blijkt dan helemaal niet zo te zijn! Nee, dan zet ze de ene helemaal naar rechts ofzo. En dan blijft ze achter de stoelpoot haken. Helemaal zomaar! Zonder dat ze dat wil! Gek, hè?

Nou weet ik wel dat ik m’n snuit moet houden, want ik kom helemaal geen stap vooruit met m’n knuffelberenpoten. Maar toch… Het lijkt me helemaal niet leuk, zulke rare zwabberpoten.

En alsof het allemaal al niet lastig genoeg is, lopen die twee katten van ons – Woezel en Pip, weet je nog? – haar rond etenstijd verschrikkelijk in de weg! Vooral Woezel. Die is snel! En die kruipt tijdens het slijmen om voer steeds tussen de benen van het vrouwtje door. En hij is zwart, dus het vrouwtje ziet ‘m niet altijd. En tjsa, dan stapt ze ‘m wel eens op z’n staart: “MAUWWWW!” Ook zielig, maar wel een beetje dom van die kat. Liever een platte kattenstaart dan een platte snuit van het vrouwtje. Zo ben ik dan ook wel weer.

Soms zie ik het vrouwtje bij ons in de straat lopen om een kaartje te posten of zo. Dan heeft ze altijd een stok bij zich. Dat vindt ze fijner. Als ze dan gaat zwabberen weten de mensen dat ‘het’ erbij hoort. Ze loopt toch niet voor niets met zo’n ding! Maar dan zie ik haar nog over elke putdeksel struikelen. Ze zegt wel eens tegen mij: “Beer, als iemand ergens in het donker een losliggende stoeptegel wil vinden, dan moeten ze mij maar inschakelen. Ik ga er zonder uitzondering over op m’n plaat.” Kijk, dat vind ik nou weer cool van het vrouwtje. Dat ze zich zo opoffert…

Misschien moeten het vrouwtje en ik maar eens een keertje samen gaan wandelen. Dan valt het niet zo op dat ze alle kanten heen zwabbert. Want ik zwabber dan nog veel en veel erger.

Nou, doei!

Beer

 

Fotografie: Martin de Bouter

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *