Woef, waf… Hier is Boris weer. Gezellig dat je er bent. Weet je nog, vorige keer? Die grote, mega grote, Tweebener kwam binnen en ik wist niet wie dat was? Ik weet het nu. Het is Poppa. Ik hoor dat Boy steeds zeggen, zelf raak ik nogal eens in de war. Als Momma en Poppa  met elkaar praten zeggen ze weer iets heel anders tegen elkaar. Dan hoor ik Jogan of Annikke. Ik doe maar alsof ik het niet hoor. Die namen zijn voor mij veel te ingewikkeld, maar gelukkig zeggen mijn kwispelvrienden alleen woef en waf.

Boris, DierenziekenhuisMomma en Poppa vinden dat ik een groot probleem heb, want ik eet alles. Ik eet ook wat ik beter niet kan eten. Een deel van het knuffeltje verdwijnt in mijn buik. Het knuffeltje piept als ik er zachtjes in hap, maar dan glijdt het piepertje zo mijn keel in. Ik schrik, maar ik weet niet hoe ik het, met een waf en woef, aan Momma moet vertellen. Ik voel me misselijk worden en dan gaat het heel snel en ik kan niet meer op mijn hondenpootjes staan. Poppa pakt me op en loopt naar dat autoding. Ik lig op de achterbank en hoor de deur dicht klappen. Momma kan niet mee, want gisteren had ze een feestje. Zij vond het erg leuk, maar haar MS niet. Vandaag moet ze veel uitrusten.

Poppa rijdt best hard. Ik krijg steeds meer pijn en kan mijn hondenlijfje niet meer bewegen. Poppa tilt me op en rent een ander huis binnen. Het is een huis voor zieke honden. Tweebeners noemen dat een ziekenhuis. Ik zie een lange Tweebener met een witte jas. Hij legt me op mijn rug en heeft een apparaat om in mijn buik te kijken. Waf woef au. Hij prikt in mijn poot. Het is een infuus, zodat ik wel drinken krijg. Dan zegt de witte jas: ‘Het is beter dat Boris blijft slapen in het ziekenhuis. Ik ga naar een kamertje met een fijn dekentje. Poppa gaat naar huis en ik maak me zorgen om Momma. Ze lag in bed toen ik wegging. Ik wil graag bij haar zijn en dikke knuffels geven.

Pfff wat ben ik ziek. De Tweebeners zijn heel lief voor me. Ik krijg kusjes en aaitjes over mijn bol. Het is buiten licht en ik mag even naar buiten. Ik moet een grote poep doen en even later ligt het piepertje uit het knuffeltje in het gras, tussen mijn poepjes. Alle Tweebeners staan te klappen en juichen. ‘Daar is de boosdoener’, hoor ik ze zeggen. Ik mag naar huis, naar Momma. Als ik haar zie gooi ik mijn pootjes om haar nek en lik haar hele gezicht schoon.

High five,

Boris

 

Wil je de eerdere blogs van Boris lezen? Klik hier.

Papa en Mama kunnen meer lezen bij onze grote zus MSweb.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *