Als je de ziekte MS hebt, weet je nooit helemaal zeker wat er gaat gebeuren. Je kunt het daarom onvoorspelbaar noemen. Bij niemand verloopt de ziekte precies hetzelfde als bij een andere persoon met MS. Toch is er wél een aantal dingen te vinden die op elkaar lijken. Daarom is de ziekte verdeeld in verschillende vormen met ieder een eigen naam. Dit zijn de vier belangrijkste:

Wat is MS ook alweer?

Voordat je leest over de verschillende vormen halen we nog even terug wat MS ook alweer is.
Als je deze ziekte hebt, ontstaan er problemen in je centrale zenuwstelsel. Dat zit verborgen in je hersenen en je nek (je ruggenmerg).

Onze hersenen kun je vergelijken met een computer. Klik op ‘arm omhoog’ en je arm zal omhoog gaan. Die opdracht gaat vanuit je hersenen via je zenuwbanen naar de spieren van je arm.
Als je MS hebt, komen deze opdrachten niet altijd goed aan, omdat het beschermlaagje van je zenuwenbanen beschadigd is.

Een ontsteking in die zenuwbanen noem je een sjoep (je schrijft schub). Dit is eigenlijk hetzelfde als kortsluiting. En als je door zo’n schub problemen krijgt ergens in je lijf, dan heb je daar ‘uitvalsverschijnselen’. De stroom valt uit, zou je kunnen zeggen. En dus kun bijvoorbeeld je arm niet meer omhoog bewegen.

Relapsing-remitting MS (RR MS)

‘Relapsing-remitting’ zijn Engelse woorden voor aanvallen (relapsing) en herstel (remitting).

De meeste mensen met MS (85%) hebben deze vorm. Je lijf probeert de problemen dan zelf op te lossen. Je krijgt een sjoep, maar de klachten gaan (meestal) na een tijdje voor het grootste deel weer weg.

De aanvallen (sjoeps) zijn de ontstekingen in je zenuwbanen die je ziek maken, waardoor je bijvoorbeeld tijdelijk niet kunt lopen of zien of voelen: de storingen in je computersysteem.
Maar je lijf probeert er bij deze vorm ook weer van te herstellen. Sommige klachten zijn daarna helemaal weg. Andere worden weer wat beter, maar zullen niet altijd helemaal verdwijnen.
Dat komt dan omdat er kleine littekentjes op je zenuwenbanen achterblijven die ervoor zorgen dat de signalen niet goed meer verstuurd kunnen worden. Seintjes vanuit je hersenen komen dan niet goed meer aan.

Eigenlijk kun je de RR-vorm vergelijken met de golven van de zee. Soms heb je klachten, dan zijn ze weer weg. Er is een tijdje rust en dan komt er weer een golf. Gelukkig zit er tussen twee MS-golven altijd veel meer tijd dan tussen twee golven in de zee!

Secundair progressieve MS (SP MS)

Als je al een tijdje RR-MS hebt, wordt het steeds moeilijker voor je lijf om de littekens op je zenuwbanen te repareren. Je herstelt dan niet meer goed, waardoor sommige klachten voor altijd blijven en niet meer weggaan.

Deze vorm van MS heet secundair progressieve MS. Progressief is een moeilijk woord voor iets dat niet stilstaat, maar slechter wordt. Ook als je geen sjoeps meer krijgt, ga je toch (langzaam) achteruit.

Niet iedereen met de RR-vorm krijgt uiteindelijk ook de SP-vorm. Sommige mensen zelfs nooit en anderen pas na een lange tijd.

Primair progressieve MS (PP MS)

Ben je al ouder dan 50 jaar als je de diagnose MS krijgt? Dan is er meer kans dat je deze vorm hebt. Ongeveer 1 op de tien mensen met MS heeft deze vorm (10 tot 15%).

Bij de PP-vorm komt je lijf in de problemen zonder duidelijke sjoeps. Je krijgt steeds meer klachten en deze kunnen al vanaf het begin niet meer opgelost worden.

CIS (Clinically isolated syndrome)

CIS is eigenlijk niet echt een vorm van MS, maar is een ziekte die hier veel op lijkt.

Iedereen met MS heeft te maken met ontstekingen op je zenuwbanen. De ziekte is chronisch, wat betekent dat het voor altijd is. Maak je echter maar één keer in je leven mee dat je lijf in de problemen komt door zo’n ontsteking, dan heb je een CIS. Dat lijkt dan op MS, maar dat is het niet echt, als het bij die ene keer blijft.

Als je een CIS hebt, kun je later toch nog de diagnose MS krijgen. Maar: dit hoeft niet!

Dit vind je misschien ook interessant...

Laatste nieuws

Back To Top