Hieronder staan vijf vragen over hoe behulpzaam jij bent.

Schrijf voor iedere vraag de letter op die het beste past bij hoe behulpzaam jij je voelt. Overal waar ‘moeder’ staat kun je ook ‘vader’ zeggen (als die MS heeft) – en andersom.

Vraag 1: Papa heeft niet zo’n goede dag. Je bent met hem de stad in vandaag. Hij loopt erg slecht. Help jij hem?

A. Misschien, als hij erom vraagt…
B. Natuurlijk, zo hoort dat toch!
C. Ja, maar ik zeg hem wel dat hij beter een rollator kan kopen.

Vraag 2: Mama is heel erg moe. Papa moet overwerken. Ze heeft geen puf meer om te koken. Wat doe jij?

A. Je zegt dat ze papa moet vragen of hij even eten brengt.
B. Je maakt wat boterhammen klaar. Je zoekt een blik soep in de kast. Dan vraag je mama hoe je dat warm kan maken.
C. Je zegt dat ze toch wel even patat kan gaan halen.

Vraag 3: Je vader legt jou en je zusje in bed. Hij voelt zich slecht en mama is de deur uit. Je zusje huilt heel erg en blijft huilen. Je vader is te moe om de trap nog eens op te lopen. Wat doe je?

A. Je gaat naar beneden en gaat bij je vader zitten. Je zegt dat je het snapt. Maar hij kan dan voor jou toch wel even drinken en chips pakken.
B. Je gaat naar je zusje toe. Je troost haar en geeft haar een speentje. Hopelijk slaapt ze straks.
C. Je schreeuwt naar beneden of je vader nou toch eindelijk eens naar boven komt. Zo kan jij toch niet slapen!

Vraag 4: Mama is moe, maar er moeten nog boodschappen gedaan worden. Wat doe je?

A. Je zegt dat je wel even mee gaat. Met zijn tweeën gaat het makkelijker en sneller.
B. Je vraagt haar de belangrijkste dingen op te schrijven. Die haal jij dan even op de fiets.
C. Je wordt er chagrijnig van. Je zegt haar dat je toch echt wel iets lekkers wil eten vanavond.

Vraag 5: Aan het einde van de dag is het een troep in huis. Mama heeft een heel slechte dag. Je broer en jij hebben al het speelgoed laten slingeren. Ook liggen overal koekkruimels en bekers drinken staan op tafel. Jij …

A. … ruimt samen met je broer wat speelgoed op.
B. … en je broer ruimen al het speelgoed op. Dan vraag jij mama de stofzuiger te pakken, je stofzuigt de kamer. En aan je broer vraag je of hij even de bekers in de vaatwasser wil zetten.
C. … laat alles staan. Morgen voelt ze zich vast beter en dan ruimt mama het wel op.

Heb je vooral gekozen voor:

Antwoord A: Je bent best behulpzaam. Je ziet in ieder geval goed in, dat mama of papa hier en daar een beetje hulp nodig heeft.

Antwoord B: Je bent heel erg behulpzaam. Wat zullen papa en mama trots op je zijn!

Antwoord C: Het kan beter. MS is niet gemakkelijk. Niet voor degene die het heeft, maar ook niet voor jou en de rest van het gezin. Probeer er met z’n allen het beste van te maken. Help elkaar iets vaker, dan voelt iedereen zich vast iets beter.

Je antwoorden zijn nooit fout. Ze vertellen alleen hoe jij je voelt en dat is altijd OK.

Als je met iemand wilt praten over je gevoelens, dan kun je bellen met de MS-telefoon of de Kindertelefoon.

MS-telefoon: 088-3748585 (lokaal tarief). Elke werkdag van 10.30 tot 14.00 uur.
Kindertelefoon: 0800-0432. Iedere dag van 14.00 tot 20.00 uur. Het telefoonnummer is gratis & anoniem. Tegenwoordig kun je ook chatten met de Kindertelefoon.

Eerder gepubliceerd op MSkidsweb: 24-09-2015

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *