Wat heb je nodig:
– potlood en papierdcbexp_12a
– schaar
– bal
– glas of beker
– trap of verhoging
– muntstuk
– kartonnen koker of vel A4
– klein doosje of trommel
– proefpersoon

Stappen:
Laat je proefpersonen de onderstaande taken uitvoeren en houd op papier bij welke kant van hun lichaamsdeel ze per opdracht het vaakst gebruiken.

linkerhand / rechterhand
1. vraag je proefpersoon zijn/haar naam op te schrijven en noteer met welke hand hij/zij schrijft.
2. laat je proefpersoon een cirkel uit een stuk papier knippen en kijk welke hand de schaar vasthoudt.
3. laat je proefpersoon een bal gooien en noteer welke hand hij/zij gebruikt.
4. met welke hand pakt je proefpersoon een glas water aan?

linkervoet / rechtervoet
1. trapt je proefpersoon de bal met de linker- of rechtervoet?
2. laat je proefpersoon de trap opklimmen en kijk welke voet hij/zij als eerste optilt.
3. leg een muntstuk op de grond en vraag je proefpersoon erop te gaan staan. Welke voet?
4. op welke been hinkelt je proefpersoon?

8e2exp_12blinkeroog / rechteroog, welk oog is dominant?
1. rol een A4tje tot een koker, met welk oog kijkt je proefpersoon er doorheen?
2. je proefpersoon houdt de duim ongeveer 15 cm voor de neus en kijkt naar een stilstaand voorwerp op een meter afstand. De duimnagel (die onscherp is) blokkeert het beeld erachter. Om beurten doet hij/zij één van de ogen dicht. Het oog waarmee de duim stil blijft staan en niet opzij springt is het dominante oog.

linkeroor / rechteroor
1. fluister en vraag je proefpersoon het geluid te versterken door een hand om zijn/haar oor te leggen.
2. vraag je proefpersoon een oor tegen de muur te leggen en te luisteren of ze de buren kunnen horen.
3. laat je proefpersoon raden wat er in een klein doosje zit en kijk aan welk oor hij/zij met het doosje rammelt.

analyseer je resultaten
Kijk of je vaker links, rechts of een gemengd antwoord hebt aangekruist per lichaamdeel. Gebruikte je proefpersoon bijvoorbeeld voor alle handtaken de rechterhand? Als je vaker rechtshandig hebt aangekruist kun je die persoon rechtshandig noemen. Dit geldt ook voor de voeten, ogen en oren.

Uitleg: 

Je hersenschors is in tweeën gedeeld. De linker hersenhelft bestuurt de rechterkant van je lichaam, en andersom. Eén kant van je hersenen is sterker (dominanter) voor bepaalde taken dan de andere. Ongeveer 90% van de bevolking is bijvoorbeeld rechtshandig -ze gebruiken liever hun rechterhand om te schrijven, eten en een bal te gooien. De meeste anderen van de overgebleven 10% zijn dus linkshandig. Een enkeling gebruikt beide hand op dezelfde manier. We noemen rechtshandigen ook wel “rechter hand dominant.” Zo hebben we ook een dominant oog, oor en been.

Bron: Neurokids

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *