Om de ziekte MS bij iemand vast te stellen, doet een neuroloog verschillende onderzoeken. Dit is geen gemakkelijk werk. De diagnose wordt gesteld op basis van een combinatie van verschillende onderzoeken.

In de eerste plaats luistert de neuroloog naar het verhaal van de patiënt. Wat zijn de klachten en hoe hebben deze zich ontwikkeld? Hij vraagt aan de patiënt bijvoorbeeld of hij al eens eerder klachten heeft gehad met zijn ogen of veranderingen in het gevoel en misschien zijn deze problemen weer spontaan verdwenen?

Neuroloog

Lichamelijk onderzoek

Daarna zal een neuroloog een uitgebreid lichamelijk onderzoek doen bij de patiënt. Hij kijkt of de hersenen goed werken. Daarbij let hij onder andere op de motoriek (hoe iemand beweegt) en kijkt naar de reflexen van de patiënt.

Reflexen zijn bewegingen die je automatisch maakt, bijvoorbeeld dat je snel je ogen dicht doet als er iets heel dicht bij je gezicht komt. Een ander reflex is de kniepees-reflex. Klopt de arts met een hamertje op je knie? Je voet gaat dan vanzelf naar voren.

Om te kijken of je goed kunt voelen, strijkt de arts zachtjes met bijvoorbeeld een wattenstaafje of een soort pennetje over je armen en benen.

Ruggenprik

Naast het lichamelijke onderzoek wordt er meestal een ruggenprik (lumbaalpunctie) gedaan. Bij een ruggenprik wordt een dun naaldje in de rug geplaatst en wordt er hersenvocht uit je ruggenmerg gehaald. Dit vocht noemt men ook wel liquor. De liquor wordt in een laboratorium onderzocht op typische stoffen die met MS te maken kunnen hebben.

MRI-scan

Tenslotte wordt een MRI-scan van de hersenen en het ruggenmerg gemaakt. Door dit onderzoek kan de neuroloog de littekens en de ontstekingen op deze plekken zien. Voor dit onderzoek moet je een bepaalde tijd op je rug in een lange buis liggen.

Een MRI-scanner is een heel grote magneet die foto’s maakt van je hersenen. Er worden wel duizenden foto’s gemaakt. Deze foto’s kunnen je hersenen dus heel uitgebreid in beeld brengen. De neuroloog bekijkt de foto’s en ziet of er afwijkingen te zien zijn die kenmerkend zijn voor MS.

Een neuroloog kan proberen vast te stellen of iemand MS heeft door alle genoemde onderzoeken te combineren. Toch is het allemaal niet zo gemakkelijk en is er in het begin niet altijd met zekerheid te zeggen of iemand MS heeft.

Soms zijn de uitslagen van de onderzoeken niet duidelijk genoeg, en moet de neuroloog dus voorzichtig zijn met wat hij zegt. Het is heel belangrijk dat een neuroloog erg goed kan luisteren. Dit moeten alle artsen natuurlijk doen. Maar een neuroloog moet extra goed kunnen luisteren.

Want naast alle onderzoeken die kunnen laten zien wat er aan de hand is, vertelt de patiënt zelf het verhaal en kan een neuroloog aan de hand van het vertelde verhaal al een (mogelijke) diagnose stellen.

Wil je meer weten over de neuroloog lees dan hier verder.

Papa en Mama kunnen meer lezen over MS bij onze grote zus MSweb.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *