
Eindelijk naar het pretpark! Gelukkig is het redelijk weer met Hemelvaart. Ze hebben er allemaal veel zin in om naar het pretpark te gaan. Dat is maar goed ook, want het is wel een stukje rijden. “Mam, hoe laat is het?”, vraagt Daan lachend. Moeder lacht ook. Ze heeft een heel mooi nieuw horloge van vader voor haar verjaardag gekregen en sindsdien vraagt Daan heel vaak hoe laat het is.
Er zijn genoeg invalidenparkeerplaatsen, dus kunnen ze zonder problemen de auto kwijt. Bij de kassa wacht ze een verrassing. Door de gewonnen kaartjes mogen ze al gratis naar binnen en moeder krijgt ook nog een speciale rolstoelpas. Daarmee heeft ze voorrang op de attracties en hoeven ze dus niet in de rijen te gaan staan. Cool, kunnen we overal zo in”, zegt Daan blij. “Eerst even koffie”, vindt vader. Het is een mooi pretpark en moeder kan in de meeste attracties.
“Zo, dat is vet”, roept Daan en wijst op een hoge achtbaan. “O nee, daar ga ik niet in”, zegt mam meteen. Lot lacht. “Jawel, dat is juist gaaf”, zegt ze. Vader kijkt ook een beetje bedenkelijk. “Durf je niet of zo?”, vraagt Daan. Dat laat vader zich niet zeggen en even later kunnen ze instappen. Mam zit in het zonnetje en kijkt toe. Daan komt plotseling naar haar toe geslenterd. “Dag lieverd”, zegt ze en aait Daan over zijn haren. “Toen ik daarboven was”, wijst Daan, “was het ineens wel erg groot”. Hij lijkt zich een beetje te schamen. “Zullen we dan maar een ijsje eten?”, vraagt mam en wijst naar het winkeltje in de buurt. Daan knikt. Later komen pap en Lot naar hen toe. Ze zien een beetje wit. “Willen jullie ook een lekker ijsje?”, lacht mam. Lot schudt haar hoofd. “Ik denk dat we een beetje misselijk zijn”, bekent pap.
Op de terugreis in de auto vallen Daan en Lot in slaap. Ineens wordt Lot wakker. “Ik moet spugen”, kreunt ze. Gelukkig is er net een benzinestation in de buurt. Vader stopt op de parkeerplaats. Nog voor hij wat kan doen, heeft Lot de deur al open en braakt op het asfalt. “Lieverd toch”, zegt moeder. “Kom, we gaan even naar de toiletten”, pap helpt Lot de auto uit. Daan slaapt door. “O, ik voel me zo naar”, zegt Lot met een bibberende stem als ze terug in de auto zijn. Gelukkig valt ze in slaap als de auto weer begint te rijden. “Hopelijk is het een overblijfsel van de achtbaan en is Lot morgen weer beter”, zegt Diana tegen vader.
Dit bericht heeft 0 reacties