
Ik ben een tijd terug een paar keer naar revalidatie geweest. Daar begeleiden ze mensen die een ziekte hebben of een ongeluk hebben gehad, zodat die daarna weer goed door het leven kunnen gaan. Het leek mijn fysiotherapeut wel goed dat ik daar eens heen ging. Ik vond het prima.
Ik had er een gesprek met een ergotherapeute. Een ergotherapeut richt zich op het weer mogelijk maken van dagelijkse handelingen bij mensen die een lichamelijke ziekte, zoals MS, hebben. Zodat iemand zo ‘normaal’ mogelijk door het leven kan gaan. De ergotherapeute, Cindy, was een heel aardige vrouw. Dat herinner ik me nog goed. Zij besprak met mij hoe ik de dag doorkwam en hoeveel energie ik had. Ik vertelde dat ik minder energie heb dan vroeger, maar dat ik nog wel mijn werk als journalist kan doen. En dat ik afspraken in de middag plan. De avond is voor mij meestal rustiger. Zo doe ik het al jaren. Zij zei dat ik dat goed deed. Volgens ‘het boekje’. Er is ook echt een boek over geschreven. Fijn om te horen van iemand die er verstand van heeft.
Ik moest ook oefeningen doen, om te kijken hoe ik mijn vingers bewoog. Ik moest met een potlood langs de vingers bewegen. En ook met een balletje moest ik dat proberen. Dat heb ik daarna nog even thuis gedaan. Maar ik gebruik mijn vingers dagelijks ook vaak, zoals nu, als ik achter de computer zit. Misschien is dat dan stiekem ook goed?
Ik ben in het revalidatietraject ook bij een fysiotherapeute geweest. Ik heb daar oefeningen gedaan om omhoog te komen vanaf een bed. Want dat vind ik lastiger. Maar omdat ik al jaren twee keer per week naar mijn eigen fysiotherapeut ga, ben ik daar niet mee verder gegaan. Ik wist niet wat ik daar verder zou kunnen leren.
Ik vind de fysio die ik al jaren krijg, heel belangrijk en ik kom er graag. Fysio kan er natuurlijk niet voor zorgen dat mijn MS verdwijnt, maar wel dat mijn lopen en balans niet achteruit gaan. Ik ‘doe’ de loopband en fiets, en doe daarna nog een halfuurtje krachttraining of balansoefeningen. Pas vroeg iemand daar of ik al vooruitging. Hij wist niet welke ziekte ik had. Ik zei dat ik hetzelfde bleef, en dat ik daar heel blij mee ben.
Soms word je in een revalidatietraject ook naar een logopedist doorverwezen. Die houdt zich bezig met onder andere het praten. Maar hij kijkt ook of je bijvoorbeeld op een snoepje kan zuigen. Ik ben nog nooit naar een logopedist geweest. Het praten gaat gelukkig goed. Gelukkig, omdat ik graag praat. En ik moet als journalist ook praten. Wel handig natuurlijk als dat lukt.
Mijn moeder kent me goed en zegt regelmatig: “Je mond staat niet stil, dus ik denk dat het wel goed met je gaat.” Ik denk dat ze gelijk heeft. Zij kent me als geen ander.
Laatste nieuws
Dagboek Boris: Sofie, een strenge trainer (4)
Interview Juf met MS, deel 2
In deel 1 van het interview met juf Elise leerde Ruben wat MS is en…
Interview Juf met MS, deel 1
Juf Elise van de Theresiaschool in Bilthoven heeft MS. Maar wat is dat eigenlijk? Ruben…
Dit bericht heeft 0 reacties