De eerste keer dat ik een MRI liet maken, kan ik me nog goed herinneren. Dat is jaren geleden, lang voordat ik de diagnose MS kreeg. Ik had toen problemen met mijn ogen. Ik herinner me dat ik thuis op de bank zat, en alles dubbel zag. Dat vond ik vreemd en het was nieuw voor me. Dit duurde een paar dagen en toen heb ik mijn huisarts gebeld. Hij dacht dat er misschien iets mis was, en ik kreeg een doorverwijzing om een MRI te laten maken.

Blog_Nicole_9_MRIIk weet nog dat ik heel stoer bij Radiologie in het ziekenhuis binnenkwam. Daar gingen ze de scan maken. Ik was vol vertrouwen, want ik was immers nooit ziek geweest, en mijn ouders en broers ook niet. Wat lachend zei ik eigenwijs dat ik nooit ziek was en dat een MRI niets zou opleveren. Dat wist ik zeker. Ik was eigenlijk een beetje aan het protesteren, maar wel op een vriendelijke manier.

Uiteindelijk kwam er niets uit het onderzoek. Ik bleef heel optimistisch en vol vertrouwen. Waarom ook niet? Het dubbelzien was immers ondertussen ook weer over.

Nu, jaren later, is de situatie natuurlijk heel anders, want ik ben wél ziek. Een MRI laten maken is niet overbodig: mijn neuroloog wil dat ik dat twee keer per jaar doe. En dat doe ik, zonder problemen. Mijn omgeving vindt dat ik best eigenwijs kan zijn, maar naar een arts luister ik braaf. Die heeft verstand van zaken waar ik geen weet van heb. Dan volg ik graag de adviezen op.

Ik weet inmiddels goed hoe de procedure is. Ik ga naar de afdeling Radiologie, wacht even en ga me dan in een pashokje omkleden. Daar liggen een broek en shirt klaar die ik aan moet trekken. Niet hip, geen felle kleurtjes enzo, maar dat is nu even niet belangrijk.

Daarna ga ik de kamer in waar de MRI-scanner staat en ga ik liggen op een smal bed. Ze schuiven een soort masker voor mijn gezicht, zodat ze straks bij het bekijken van de foto’s van mijn hoofd precies zien op welke plekken ik wel en geen ontstekingen heb. Ook krijg ik een koptelefoon op, zodat ik kan luisteren naar de stem van één van de dames die zegt hoe lang de geluiden duren, of wanneer ze extra hard zijn.

Dan schuift het bed waar ik op lig de scan in. Wel raar hoor. Het is een smalle ruimte waar je in ligt, een soort kleine tunnel. De scan is aan de voor- en achterzijde open, en verder helemaal dicht. Voor mij is het voordeel dat ik daar in ieder geval niet uit kan vallen.

Dan lig ik erin (ik mag niet bewegen!) en komen de geluiden. Die zijn soms hard. Lig ik daar in de cabine te luisteren naar een mooi muzieknummer, komt er gebonk. Ben ik van binnen aan het meezingen met een leuk nummer, hoor ik dat harde geluid. Maar dat vind ik niet erg. Ik weet dat die geluidsgolven belangrijk werk doen.

De dames van radiologie zijn zo aardig. Dit heb ik ook tegen mijn neuroloog gezegd: ik heb gevraagd of hij de complimenten wil doorgeven. Die vriendelijkheid valt me zo op! Terwijl ik daar toch echt niet ben om gezellig een glaasje met hen te drinken. Dat weten zij heel goed. En ik ook.

Toch ben ik blij met de MRI. Zo kunnen ze tenminste achterhalen hoe het met die delen van mijn hersenen is die met MS te maken hebben. En dat weten, vind ik toch fijn.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *