Ik word wakker. Alle details uit mijn droom komen weer in me op. Dan neem ik een besluit: ik, gezond van lijf en leden, ga op zoek of mijn droom waar is. Ja, ik weet het, het klinkt stom maar ik moet gewoon weten of ik echt zo in een kat veranderd ben. Als het waar is, lig ik niet meer dagen en nachtenlang wakker, te piekeren hoe ik in een kat veranderd ben. De volgende dag sta ik heel vroeg op. Ik sluip het huis uit, de tuin in. Als ik in de tuin ga zitten met mijn ogen dicht, denk ik na over mijn leven. Ik was erg verlegen, durfde niks, was altijd in een hoekje te vinden.

Plots denk ik weer aan het moment dat die vrouw op me af kwam lopen. Ze sprak een spreuk over me uit. Dat was het. Ik werd wakker op dezelfde plek. Er was iets mis. Ik voelde het. Ik stond op maar was niet groot, zoals altijd. Nee, ik was superklein en had een staart. Ik rende op vier poten weg, maar kwam die vrouw weer tegen. Ik doe mijn ogen met een ruk open. Ik zit weer in de tuin. Mijn staart krult agressief. Ik probeer te kalmeren.

Ik herinner me steeds meer uit mijn droom. Ik kijk naar de lucht. Grote wolken pakken samen en een enorme storm barst los. Ik wil naar binnen rennen. BAM! De deur die dichtslaat. Ik hou in, keer me om en ren de tuin door. Ik stuif op de eikenboom af. Het regent ondertussen pijpenstelen. De wind giert om me heen. Ik ren, struikel, sta op en… Mijn poot doet pijn.

Ik heb een grote tuin dus moet ik ver lopen naar de eikenboom. Ik zie bijna niks meer door de wind die alles om me heen blaast: bladeren, tuinstoelen, lakens, alles! Ik voel een stekende pijn in mijn poot en krijg een pannendeksel tegen mijn kop. Ik strompel verder. Plots is het droog boven mij. De wind heeft een beetje teruggenomen en ik zie dat ik onder de eikenboom sta.

Opdr_DagboekJasmijn_84Ik kan wel juichen, ondanks de pijn in mijn poot en de blauwe plek op mijn kop. Ik kruip dicht tegen de dikke stam aan. Plots zie ik een opening in de boom. De opening zit een meter of drie van de grond af. De storm giert nu tussen de bladeren door en het is onder de boom net zo erg als buiten de boom. Ik weet dat die opening mijn enige redding is. Ik zet een klauw in de boom. Knallende koppijn. Die pannendeksel was erg groot. Ik zet voorzichtig mijn pijnlijke poot ook in de boom. Mijn linkervoorpoot. Een windvlaag gooit me weer op de grond. Nu ben ik vastberaden. Ik klauw alle vier mijn poten in de boom en trek me op.

Ik klim naar de opening. Ik bereik de opening net op tijd als er een bliksemschicht voor de boom inslaat. Ik loop verder de opening in. Ik val vijf meter naar beneden en zie daar een…DRAAK!

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *