In dit verhaaltje schrijft Jasmijn zelf. Het is een fantasie verhaal en we pakken de draad weer op als ze erachter is gekomen dat ze is omgetoverd tot een kat. Buiten in haar tuin is opeens een vreselijke storm uitgebarsten. Als kat rent ze de tuin in om antwoorden te zoeken op haar vraag: Ben ik nou een kat of een meisje? Daar in de tuin is iets of iemand die haar misschien kan helpen….

Opdr_DagboekJasmijn_85Een paar ogenblikken terug zat ik nog verkleumd en klein onder de boomstam, vol in de storm en nu zit ik hier tegenover een heuse draak. Glinsteringen komen me tegemoet. Ik kijk omhoog naar een paar groene grote ogen en er klinkt een lage brom. “Mooie edelstenen, mooie kleur”, hoor ik brommen. Wat, wie: wat hoor ik nou precies? Het dondert buiten en flitsen schieten voorbij.

Ik probeer me klein te maken voor het aangezicht van de draak. Deze is prachtig van kleur. Groen, paars flonkert in mijn ogen. Opeens dringt het tot me door. De draak praat tegen mij. Hij of zij zegt dat iets mooi is. Wat is er mooi aan mij? Ik ben maar een klein, mager katje. “Wat een mooie kleur ogen heb jij; groene edelstenen.” Ohhh is dat waar? Ik heb al een flinke tijd niet in de spiegel gekeken. Dat doe je niet snel als kat.

Zou ik mooie groene ogen hebben? En zo ja, wat moet de draak daarmee? Volgens mij had ik als meisje blauwe ogen. Ik denk na. Zal ik deze draak durven aanspreken? Hoe spreek je in hemelsnaam een draak aan? Beste mevrouw, of meneer draak? Nehh dat is het vast niet.

Ik probeer een zo intelligent mogelijke vraag te bedenken. Opeens weet ik het. Heel simpel. “Hoe heet je?”, vraag ik heel zachtjes. Een luide brom klinkt er in de boomstam. Zit ik eigenlijk nog steeds in de boomstam van onze eikenboom? Ik kijk om me heen en bedenk dan dat daar nooit een draak in zou passen. Achter me waait het nog steeds heel hard. Ik wist niet eens dat het zou gaan stormen. Zou het allemaal bij elkaar passen? De vrouw die me blijkbaar in een kat heeft veranderd, de storm en de draak in onze boomstam?

“Yasmine Is de naam”, bromt het om me heen. Aha, dat is haar naam. Dan begint het wezen te praten! Het praat tegen mij! Het zegt: “Wat kom jij hier doen?” Mijn hersenen denken na. Wat ik hier kom doen? Het is toch zeker MIJN tuin? Dan pas valt het kwartje. Ik kom eigenlijk nooit in de tuin. Ik vertel het wezen mijn verhaal over de metamorfose. Dat doe ik eigenlijk zonder na te denken. Het wezen kijkt me vreemd aan en zegt dan: “Ik ben een draak. Ik wil je helpen. Vertel, heb je een droom gehad?” “Ja”, zeg ik. Dan vertel ik de draak alles uit mijn droom. Alle details. Echt alles.
“Waarom zou die vrouw je hebben geruild?” “Geruild? Hoezo?” vraag ik. “Je bent duidelijk slachtoffer van een omruil spreuk, die is gedaan door een krachtige tovenares. Waarom zou ze dat gedaan hebben?”

Wauw, of moet ik zeggen ‘miauww’, hoe moet ik dat nou weten? Daar zal ik eens goed over na moeten denken hoor.

Daaagggg…

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *