077Zonneschijn

Moeder is vanmorgen met Inge gaan kijken bij het sporten voor minder validen. Ze hadden er allebei niet zo veel zin in en vonden het ook een beetje eng. Het was niet zo’n grote groep. De fysiotherapeut die het groepje leidde, was erg aardig. Eerst keken ze wat rond.

De warming-up deed iedereen tegelijkertijd, waarbij sommigen zittend op een stoel meededen. Daarna ging ieder op een apparaat waarbij de begeleidster hielp. Inge vond het wel leuk en wilde ook het een en ander uitproberen. Moeder vond het genoeg om alleen te kijken.

Het is bijna vaderdag. “Met vaderdag gaan we iets doen wat ik leuk vind”, heeft pap gezegd. Alleen hij weet nog niet wat hij wil doen. “Vindt pap het niet mooi wat ik maak?”, vraagt Daan aan moeder. “Jawel lieverd, heel mooi zelfs. Ik denk alleen dat je vader graag iets met jullie samen wil doen. Iets wat hij en jullie leuk vinden”. Daan knikt, hij zou het wel weten. Naar de film, een pretpark, skateboarden of zwemmen.

Maar het is voor vaderdag en pap moet het leuk vinden. “Jongens, wat dachten jullie van roeien. We huren een bootje en gaan lekker het water op”, zegt vader, hij vindt het zelf een geweldig idee. Daan en Lot weten niet zo goed of ze dat wel leuk vinden.

“Ik ga wel in de buurt op een terrasje zitten”, zegt mam. Lot heeft de papieren binnen. Ze is nu aangemeld voor de middelbare school. Het duurt niet zo lang meer en dan is het al zomervakantie.”Wel jammer dat Iwan naar een andere school gaat”, zucht ze. Daan begrijpt er niets van.

Met vaderdag gaan ze echt roeien. Het is mooi weer. Pap heeft een bootje gehuurd. Mam is ook mee, met de rolstoel en kijkt toe. Daan vindt het eigenlijk best eng, maar zegt het niet. Het is tenslotte vaderdag! Er zitten verderop ook mensen te vissen. “Kijk pap, dat is ook leuk, vissen”, roept hij “Bah, dat doe ik niet “, zegt Lot en trekt een vies gezicht.

“Een andere keer misschien, nu gaan we het water op”, antwoordt pap. Daar gaan ze dan, het instappen was even spannend, omdat de boot zo wiebelde. Gelukkig is alles goed gegaan. Vader legt Daan en Lot uit hoe je moet zitten en roeien. Moeder kijkt vanaf de kant toe. Na de eerste bocht kunnen ze haar niet meer zien.

“Het gaat wel langzaam”, roept Lot. Maar voor Daan gaat het snel genoeg, hij vindt het nog steeds eng. “Als we sneller gaan kiepen we misschien wel om”, antwoordt Daan. “Bange scheiterd”, plaagt Lot. Daan wordt boos en wil Lot een duw geven. Lot ontwijkt hem en de boot begint te schommelen. “Stoppen jullie”, zegt vader streng. Daan en Lot luisteren niet. Lot plaagt Daan nog steeds. Daan krijgt er genoeg van en wil opstaan.

De boot begint gevaarlijk te wiebelen. “Je kan zeker niet zo goed zwemmen”, plaagt Lot verder, Daan springt nu boos op. De boot gaat schuin, vader probeert nog de boot recht te krijgen, maar nee, het bootje slaat om. Vader, Lot en Daan vallen in het water en gaan kopje onder. Vader kan in het water staan, hij is erg geschrokken.

991biebdaanlotvis copy“Zwemmen, daar naar dat eilandje”, pap wijst. Daan en Lot zeggen niets meer, het water is koud, gelukkig zijn ze niet gewond en kunnen ze ondanks de schrik nog zwemmen. Dat doen ze ook, naar het eilandje. Vader is met de boot bezig. als hij deze omdraait spartelt er een vis in.

“Kijk Daan”, zegt vader als hij met het bootje de kinderen van het eiland haalt.
“Hebben we toch nog een vis gevangen”.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *