
Daan en Lot zijn verhuisd omdat vader een nieuwe baan heeft. Moeder heeft al lange tijd MS. “Knijp me eens flink zodat ik wakker word uit deze nare droom”, vraagt Daan, terwijl hij het schoolplein van zijn nieuwe school op loopt. “Stel je niet zo aan”, vindt zijn zus Lot.
Daan kijkt naar al die vreemde gezichten. De kinderen zien er niet eens aardig uit vindt hij. Nieuwe dingen zijn altijd moeilijk, had moeder gezegd. Helaas voelt ze zich vanmorgen erg moe. Anders was ze meegekomen naar de nieuwe school op deze eerste dag. Dan zou het vast niet zo moeilijk zijn, nu zo alleen, denkt Daan.
“Kom, we gaan ons eerst maar eens binnen melden”, zegt Lot. Daan loopt achter haar aan naar binnen. Hij kijkt zo min mogelijk om zich heen, al die onbekende kinderen die naar hem staren. Hij doet liever of hij het niet ziet.
“Goedemorgen”, begroet een mevrouw hen als ze het gebouw binnen komen. “Ja, jullie moeder heeft al gebeld en gezegd dat ze helaas niet mee kon, ik zal jullie dus opvangen”, het klinkt vriendelijk en de mevrouw glimlacht. Nou dat was in ieder geval wat! De mevrouw heet juf Liesbeth en laat hun eerst de school zien. Die hebben ze een paar weken geleden al gezien, maar dat vertellen ze niet. Lot knikt af en toe, Daan zegt niets.
Als de bel gegaan is brengt juf Liesbeth Lot en Daan naar hun eigen lokaal. De klassen liggen dicht bij elkaar, dat vindt Daan wel prettig. “Zo, een nieuwe jongenswerker. Nou dat kunnen we wel gebruiken want de meisjes worden steeds sterker”, lacht Daans nieuwe meester. De meisjes uit de groep roepen hard “boe”.
“Ik ben meester Tom, maar ben zeker niet dom”, zegt de meester. “Wel stom “, gniffelt een jongen in de hoek.” “Ik heet Daan”. “Zo Daan. Waar kom jij vandaan? Ga toch zitten en blijf niet staan”. “Tjonge, ik hoop wel dat dat gerijm ophoudt”, denkt Daan een beetje boos terwijl hij gaat zitten op een lege stoel.
Dit bericht heeft 0 reacties